Maandenlang wurgde mijn innerlijke criticus me. Ik bleef dezelfde mantra herhalen. ‘Ik ben niet de juiste therapeut voor haar, ik maak het alleen maar erger, dit moet stoppen.’ De therapie begon hier onder te lijden. Dat kon niet anders. Mijn natuurlijke stijl verkrampte. Droogde op tot een volledig lege woestijn.

Ik wist niets meer. Ik zag niets meer. Mijn volle toolbox leek compleet waardeloos. Tot ik me in de laatste sessie zelfs betrapte op – in mijn ogen –  een pure beginnersfout. Banale tips en tricks aanreiken terwijl haar emotionele barrière om stappen te zetten nog alle aandacht verdiende.

Eens je een bepaalde overtuiging draagt is er geen weg meer terug. Ik herhaalde mijn mantra keer op keer. Ook tegen mijn intervisiecollega’s. Die ene waarheid werd onoverkomelijk. Tot ik die ook tegen haar uitsprak. Gisteren. Ik maakte weinig oogcontact toen ik haar vertelde dat ik vond dat ik niet de juiste therapeut voor haar was. Dat ze beter met iemand anders verderging. Het overviel haar, ook al waren mijn twijfelmomenten niet helemaal nieuw. Ze legde uit dat het voor haar helemaal niet zo voelde. Dat het inderdaad een heel zwaar jaar was geweest maar dat ze wel stappen zette en dat ze dat hier had kunnen doen. Op een plek waar ze zich voor het eerst in haar toch niet meer piepjonge leven veilig had gevoeld. Dat ze niet vanuit haar kindstuk voelde dat ze hier wou zijn maar dat ze ook als volwassen vrouw wist dat dit voor haar niet de juiste beslissing was maar dat ze natuurlijk de mijne zou accepteren. Ik zag haar vechten om dit waardig te dragen.

Voice Dialogue

Toen begon ik te voelen dat er iets niet klopte. Ik aan mijn kant met de allergrootste overtuiging dat ik niet de juiste was. Zij aan haar kant met het idee dat dit wel de plek was. Ik begon luidop ons traject van een jaar te ontleden. Maar met andere ogen. Samen met haar ogen. Ik begon te huilen toen ik stilstond bij dat ene moment waarop ik haar naar mijn gevoel in de steek had gelaten. Waar ik vond dat ik een ernstige deontologische fout had gemaakt. De dam brak. Geen stortvloed van tranen. Maar ze waren er wel. Twee paar betraande ogen. Ik fileerde het verhaal verder. Hoe ik vanuit schuldgevoel en schrik de therapie te snel naar het hier en nu had proberen te brengen. In de hoop een beweging te creëren die ik haar zo van harte gunde. Ik ging weg van de pijnstukken die nog zo’n zorgzame aandacht verdienden. Ik kon het helder en in contact met haar verwoorden. Mijn innerlijke criticus ging er stilletjes bij zitten. De verbinding werd hersteld. Het plan ontvouwde zich. Reculer pour mieux sauter. Even teruggaan naar waar we waren om dan beter verder te gaan. We hebben lang gepraat. We schrokken beide van de klok. De vrijdagavond was al een stukje ingezet.

De hele avond bleef ik emotioneel. Nog mede ondersteund door de Westvlaamse troubadour Willem Vermandere die ik in mijn thuisstad alleen ging kijken. Stilaan begon ik te bekomen. Mijn criticus kwam even iets zeggen over een huilende therapeut. Maar hij vond weinig grond. Ik kon zonder veel moeite zitten bij mijn eigen kwetsbaarheid in dit traject en de verbinding voelen met deze krachtige dame die vocht voor een relatie die voor haar belangrijk en juist was. Ook dat misschien voor het eerst.

Ik besef zeer goed dat er nog hobbels op de weg zullen zijn. Ik hoop ze tijdig te zien en te benoemen. De reis gaat immers verder. Heel voorzichtig ben ik een klein beetje trots, zeker op haar maar ook op mezelf. En vooral opgelucht dat ik die ene mantra heb kunnen ombuigen tot een vrijer lied.

Marijke