Al een tijd loop ik met haar mee. Veel van onze gesprekken zijn gericht op het verwerven van veilige gehechtheid. Dat wat ooit nodig en gewoon noodzakelijk was, maar niet voorradig was, toch herstellen in je volwassen leven. Rust brengen in de innerlijke binnenwereld. De kind-delen die in nood zijn en een tekort gekend hebben, in de ogen kijken, er nieuwsgierig naar zijn en er een band mee opbouwen. Zodat die gekwetste stukjes zich minder alleen voelen, niet meer hoeven te leven in de tijd van toen, maar zich mogen bewegen in de tijd van nu.Regelmatig kom ik op het punt met een cliënt waarop ik opper dat het innerlijk kind meegenomen kan worden naar het huis waar de cliënt nu leeft. Toch op voorwaarde dat dat huis en de huidige context veilig genoeg is.

Soms echter komt die verworven veilige gehechtheid onder druk te staan. Zo ook bij deze dame. Door een totaal onverwacht fysiek probleem is ze voor een groot stuk afhankelijk van de buitenwereld. De onrust is groot. Het innerlijk kind is droevig en overstuur. En dan gebeurt het: er wordt een motie van wantrouwen ingediend. Niet zo bewust, want dat doen de delen niet. Maar dat is wel wat er voelbaar aan de hand is in de binnenwereld van deze dame. Als een soort test wordt zij beproefd, samenvallend met het gekwetste deel dat zo oeverloos alleen is, en een ander deel triggerend dat er liefst van al niet meer wil zijn, als enige exit uit de pijn. Toen ze me vertelde dat het voor haar niet meer hoefde, dat alles zinloos was, en al haar werk duidelijk niets veranderd had, kon ik haar helpen door te benoemen dat een deel in haar het niet meer zag zitten, dat een ander deel een grote pijn en allenigheid voelde, dat ze zelf niet meer tevoorschijn kwam, samenvallend met al die delen.

De kaart, het landschap werd duidelijk. De rust keerde stap voor stap terug. Kunnen kijken naar wat er is, vraagt een vermogen dat huist in onze prefrontale cortex. En ook al ben ik niet van die wetenschappelijke termen, omdat ik er vaak mijn weg in verlies, in de afgelopen maanden heb ik het Janina Fisher zo vaak horen benoemen. De prefrontale cortex activeren door de delentaal te gebruiken. ‘Zou het kunnen dat het een deel is in jou dat… ‘; ‘Ben je bereid te onderzoeken wat dat deel jou komt vertellen?’  Steeds meer besef ik wat de impact is van die delentaal, wat we doen als we iemand uitnodigen om te kijken naar dat wat is vanbinnen. Om er even in te gaan zitten, indien mogelijk (Voice Dialogue-gewijs) of er ook gewoon bij aanwezig te zijn.

De cliënt leert op die manier wat te doen bij een motie van wantrouwen. Niet argumenteren, niet oplossen, maar aanwezig zijn, zich tonen. Vanuit het midden, het zelf, het bewuste ik, noem het zoals je wil.

De dame in kwestie meldde me dat ze zich nu veel rustiger voelt. Dat het meisje weer ziet en lijfelijk voelt dat er wel degelijk iemand is die er voor haar is, dat het huis waar ze nu woont veilig is. De veilige gehechtheid is weer een klein beetje meer verworven, zodat we toch nog een reset kunnen doen naar onze fabrieksinstelling. Die instelling die bestaat uit onze natuurlijke tendens naar veilige hechting. Het is wie we diep van binnen zijn als mens, een relationeel wezen. Intra-relationeel werken leidt tot verbinding met delen in ons, en van daar ook weer met de buitenwereld.

Het pad is geen rechte ontwikkelingslijn, maar eerder een spiraalvormige groei. Soms lijkt het alsof we weer aankomen bij het beginpunt, in werkelijkheid draagt alles wat we geleerd en ervaren hebben ertoe bij dat het pad toch voorzichtig opwaarts kronkelt. Een groeiend en immer bewegend levenspad.

(Nagelezen en met akkoord van de dame gepubliceerd)