Ze is moe. Er is net iets heel intens gebeurd. Haar gekwetste kleine meisje is helemaal verschenen. Ze werd niet overspoeld, ook al was er zeer veel emotie. Ze legde haar hand op haar buik en kon erbij blijven zitten. Ik moest niets doen, gewoon aanwezig zijn en af en toe rustige, aanmoedigende klanken laten horen. Uiteindelijk zie ik dat haar ademhaling kalmeert.

Ze praat nog tegen dat meisje, soms luidop, soms in stilte. Dat zie ik achter haar gesloten oogleden. Soms vertelt ze een anekdote, een verhaal, het ene al pijnlijker dan het andere. Ik voel in mezelf dat ik wat zeilen bijzet om krachtig te blijven zitten, zodat zij haar innerlijke storm kan bevaren.

Later komt ze weer helemaal in de ruimte, in contact met mij. Ik geef een klein beetje woorden aan wat er net gebeurd is. Hoe er nu weer wat meer veerkracht is ontstaan, nu ze haar in de ogen heeft kunnen kijken. Dat er niets mis mee is om ook echt eens op iemand anders te leunen, maar dat ze nu ook weer iets beter in zichzelf kan leunen.

Ze praat nog even over hoe gevend ze is, uiteindelijk vaak met het idee dat ze hard moet investeren opdat ze gezien zou worden door de ander, opdat ze zou mogen bestaan. ‘Weet je,  ik kwam hier net wat te vroeg aan in Tienen en ik liep de Spar binnen voor een flesje water. Mijn oog viel op een doosje chocolade en ik wou het meenemen voor jou, als teken van mijn appreciatie. Toen bedacht ik dat dat niet nodig is, dat jij dat vanzelf wel weet en dat ik daar niets extra moet voor doen. ‘

Ze zegt dat ze wel wat schaamte voelt, dat ze haar criticus hoort roepen: ‘ Vertel je nu echt dat je geen chocolade voor haar hebt gekocht?’

We lachen luidop. Het is een ingenieus systeem, daar vanbinnen, maar eens je de werking begint door te hebben wordt het ook hanteerbaar en komt er ruimte vrij om nieuwe keuzes te maken, om oude patronen te doorbreken.

En zo eindigt het gesprek. Samen blij met chocolade die niet gekocht werd, als symbool voor een nieuw jaar. Het mag beginnen.

Marijke